Er zijn veel soorten manieren waarmee je energie kan maken met behulp van scheikunde. Sommigen manieren zijn beter dan anderen maar één ding hebben ze allemaal gemeen, ze produceren allemaal energie.

Soorten energie

Er zijn veel verschillende soorten energie, die soorten zijn: bewegingsenergie, thermische energie, stralingsenergie, chemische energie, magnetische energie en kernenergie. De verschillende soorten energie kunnen worden omgezet naar elektriciteit. Bijvoorbeeld kan je energie krijgen door middel van kinetische(bewegings-)energie. Kijk maar eens naar een waterrad, door het stromende water gaat het rad snel draaien waardoor een dynamo gaat draaien waardoor er energie wordt geproduceerd. Dit zelfde geldt voor een windmolen maar die draait door middel van wind in plaats van stromend water.

Scheikunde met atomen

Scheikunde valt ook onder het periodiek systeem, het periodiek systeem is een ‘tabel’ die alle stoffen laat ordenen en zegt welke atoom in een stof zit en wat de afkorting van die stof is.

Stoffen die een atoom van het zelfde soort hebben zijn enkelvoudige stoffen, stoffen met meerdere atomen van het zelfde soort zijn samengestelde stoffen.

De belangrijkste stoffen in het periodiek systeem zijn: waterstof(h), aluminium(al), zilver(ag), ijzer(fe), goud(au) en koper(cu).

In het periodiek systeem der elementen staan er ongeveer 112 stoffen met atomen geordend in groepen.

Geschiedenis scheikunde

De geschiedenis van stoffen zijn al heel oud. Zelfs in de prehistorie is er door scheikunde iets gemaakt. Tot dat de holbewoners vuur hadden uitgevonden en die kon blijven branden door middel van een paar stoffen zoals zuurstof.

In het begin van de geschiedenis waren er meer middelen van scheikunde. De Egyptenaren hadden ijzererts weggehakt waarmee ze wapens en munten(als betaalmiddel) hadden gemaakt.

Later in de geschiedenis zijn er meer middelen van scheikunde gebruikt zoals het veranderen van loods in goud. Dat gebeurt nu niet meer omdat er een explosie daardoor kan vrijkomen.